Glasgow roept beleggers op: investeer veel meer in duurzaamheid

Duurzaam investeren klimaattop Glasgow

De klimaattop (COP 26) in het Schotse Glasgow werd afgesloten op 13 november 2021. De reacties op de wereldwijde bijeenkomst zijn op z’n zachtst gezegd gemengd: van diepe teleurstelling tot optimisme. Teleurstelling, omdat het doel van maximaal 1,5 graad opwarming van de aarde ver weg lijkt. Optimisme, omdat deze top meer samenwerking en een wereldwijde CO₂-beprijzing dichterbij brengt.

COP 26 begon met vier belangrijke doelen: 1. Netto-nul uitstoot bereiken in 2050 en maximaal 1,5 graad opwarming, 2.Aanpassingen realiseren om gemeenschappen en leefgebieden te beschermen, 3. Financiering beschikbaar maken, 4. Samenwerken om resultaat te behalen.

Bij doel drie, dat in de praktijk neerkomt op het mobiliseren van de financiële sector, werd een duidelijk beroep gedaan op beleggers: ‘Om onze eerste twee doelen te bereiken, moeten de ontwikkelde landen zich aan hun belofte houden en jaarlijks tenminste 100 miljard dollar besteden aan het financieren van klimaatprojecten. Daarnaast moeten internationale financiële instellingen hun verantwoordelijkheid nemen en helpen om de triljoenen die omgaan in de private en publieke sector te gebruiken om wereldwijd richting netto-nul CO₂-uitstoot te gaan’, aldus de verklaring van COP26.

Simon Hardonk, advocaat en specialist in duurzame financiering bij CMS, legt uit waarom die aansporing richting banken en beleggers zo nodig is: ‘Pensioenfondsen en banken zijn van nature risico-avers. Ze zijn minder snel bereid de gehele financieringsbehoefte op zich te nemen van nieuwe, duurzame projecten die gebaseerd zijn op een techniek die zich nog niet bewezen heeft. Logisch wellicht, maar als iedere investeerder zo voorzichtig zou zijn, dan komt de energietransitie nooit van de grond.’

Maar Hardonk is optimistisch: ‘Hoe meer ervaring financiële instellingen krijgen met het beoordelen van risico’s en hoe meer nieuwe technieken (zoals waterstof) zich bewijzen in de praktijk, hoe sneller banken de financiering aandurven.’

Welke investeringen gaan helpen om de klimaatdoelen te halen en welke niet?

Om de energietransitie voor elkaar te krijgen zijn investeringen nodig. Er moeten forse bedragen naar innovatie en doorontwikkeling van wind- en zonne-energie. Maar ook waterstof en kernenergie zijn technieken waar naar gekeken wordt om uiteindelijk zonder fossiele brandstoffen te kunnen. In de auto-industrie worden door producenten grote stappen gezet richting volledig elektrisch rijden. Voor beleggers zijn vooral de koplopers, innovatieve bedrijven, interessant om vroeg in te stappen, mits ze beursgenoteerd zijn natuurlijk.

Tegelijk hebben vervuilende of ‘oude’ industrieën in de toekomst meer moeite om beleggers naar zich toe te halen of vast te houden. Niemand wil uiteindelijk blijven zitten met zogeheten ‘stranded assets’, ofwel bedrijven met een verdienmodel waar geen toekomst in zit. Zij worden gezien als extra risicovol en daardoor steeds meer gemeden.

Wat gaan beleggers merken van het netto-nul voornemen?

Om te beginnen de grotere rol van de publieke opinie. De druk op beurgenoteerde bedrijven en institutionele beleggers wordt opgevoerd. Het pensioenfonds van de ambtenaren (ABP) ging recent overstag en zegde toe om niet langer in fossiele brandstoffen te beleggen.

Het resultaat van de groeiende invloed van consumenten en belangenverenigingen is dat ondernemingen die geen duidelijke klimaatdoelstellingen hebben, of die te lang wachten met het aanpassen van hun businessmodel, gezien gaan worden als een risico. Grote beleggers kiezen dan liever voor een aandeel van een bedrijf met een verdienmodel dat ook op de lange termijn houdbaar is.

Wat er nodig om groener te kunnen beleggen?

In Glasgow gingen er ook stemmen op voor een CO₂-beprijzing. Ofwel: als een bedrijf veel CO₂ uitstoot, is dat terug te zien in de prijs van het product of de dienst. Op deze manier kan de markt ook voor een deel het werk doen en is niet alles afhankelijk van wet- en regelgeving. Voorwaarde is wel dat er betrouwbare informatie beschikbaar komt over uitstoot en andere duurzaamheidsaspecten (mensenrechten, beloningen, etc.) en dat dat zo wordt gerapporteerd dat bedrijven goed onderling te vergelijken zijn. Daar is nog werk te doen.

Danny Dekker, adviseur impact- en duurzaam beleggen: ‘Van Lanschot Kempen weet als geen ander dat markten informatie van goede kwaliteit nodig hebben om gefundeerde beslissingen te kunnen nemen. Om ervoor te zorgen dat de financiële stromen bijdragen aan de transitie naar een economie met een lage CO₂-uitstoot, moeten ondernemingen cijfers van goede kwaliteit leveren over klimaatrisico’s en andere ESG-gerelateerde onderwerpen (milieu, sociaal en governance).’

Goed op weg?

Opwekkend nieuws uit Glasgow is dat de particuliere sector, met bijna 500 wereldwijde financiële dienstverleners, heeft toegezegd om 130.000 miljard dollar, of ongeveer 40 procent van de wereldwijde financiële activa, ‘af te stemmen op de doelen die zijn vastgelegd in het Akkoord van Parijs’, aldus de slotverklaring. Dat niet-duurzaam investeren een financieel risico wordt voor beleggers, kan dit voornemen ondersteunen. De publieke opinie is zo een belangrijk hulpmiddel geworden om de klimaatdoelen te halen. Op COP 27, van 7-18 november 2022 in Egypte, horen we opnieuw hoe goed bedrijven en beleggers het doen in de ogen van de samenleving.

Door te investeren in Evi Fondsen maakt u gebruik van uw vermogen om dingen te veranderen. Een meer duurzame koers bij grote bedrijven, een rechtvaardiger beloningsbeleid of het terugdringen van CO₂-uitstoot bijvoorbeeld. Dat is pas duurzaam rendement.

18.217.144.32