Update over herstel box 3 en werkelijk rendement

Op Prinsjesdag 2024 heeft staatssecretaris Idsinga een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de belasting op spaargeld en beleggingen (box 3). Hierin laat hij weten dat hij bezig is met herstelwetgeving die mogelijk moet maken dat u in box 3 belasting gaat betalen over uw werkelijk behaalde rendement.

Werkelijk behaald rendement

Volgens de Hoge Raad moeten belastingplichtigen in box 3 belasting betalen over hun werkelijk behaalde rendement, als dit lager is dan het forfaitaire rendement. Het werkelijk rendement bestaat uit de directe opbrengsten (zoals rente en dividend) en indirecte opbrengsten (zoals waardeveranderingen) van uw totale vermogen in een jaar. Kosten mogen hierbij niet worden afgetrokken, behalve de rente op box 3-schulden.

De herstelwet moet ingaan per 1 juni 2025

De herstelwetgeving, genaamd ‘Wet tegenbewijsregeling box 3’, is in concept klaar. De bedoeling is dat het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2025 wordt ingediend bij de Tweede Kamer en per 1 juni 2025 in werking treedt. Rond die tijd komt ook een formulier beschikbaar waarmee belastingplichtigen hun werkelijk behaalde rendement aan de Belastingdienst kunnen doorgeven.

Aanvullende regels voor bepalen rendement

In de herstelwetgeving staan aanvullende regels voor het bepalen van het werkelijk behaalde rendement. Deze regels moeten duidelijk maken hoe het werkelijk rendement wordt vastgesteld, bijvoorbeeld bij eigen gebruik van een vakantiewoning en de waardeverandering van woningen.

Wie heeft recht op herstel?

In de brief van de staatssecretaris staat wie gebruik kan maken van herstel van box 3:

  • Voor belastingjaren 2017 en 2018: belastingplichtigen met een definitieve aanslag die meeliepen in de massaal bezwaarprocedure of waarvan de definitieve aanslag na 24 december 2021 is ontvangen. Daarnaast moet ook tijdig een verzoek tot ambtshalve vermindering zijn ingediend. Dit laatste betekent dat de belastingplichtige de Belastingdienst heeft gevraagd om de belastingaanslag te verlagen zonder dat een formeel bezwaar is ingediend.
  • Voor belastingjaren 2019 en 2020: belastingplichtigen met een definitieve aanslag die op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk was of daarna pas is ontvangen. Daarnaast moet ook een verzoek tot ambtshalve vermindering worden ingediend. Voor belastingjaar 2019 moet dit verzoek uiterlijk in 2024 gedaan worden.
  • Voor belastingjaren 2021 en later: alle belastingplichtigen.

 

Vanaf 15 oktober 2024 verstuurt de Belastingdienst brieven met informatie naar degenen die in aanmerking komen voor het doorgeven van het werkelijk rendement. Daarin staat dat u voorlopig niets hoeft te doen. U krijgt opnieuw bericht van de Belastingdienst als dat wel het geval is.

Niet-bezwaarmakers

Belastingplichtigen bij wie de aanslag al onherroepelijk vaststond op 24 december 2021, de zogenoemde ‘niet-bezwaarmakers’, hebben geen recht op herstel van box 3. In de meeste gevallen gaat het dan om de aanslagen over belastingjaren 2017 t/m 2019 en eventueel ook 2020. Voor hen loopt nog een ‘massaal bezwaar plus’-procedure bij de Hoge Raad. De Hoge Raad moet oordelen of niet-bezwaarmakers mogelijk toch recht hebben op rechtsherstel.

Advies

Wilt u weten wat de veranderingen in box 3 voor u betekenen? Informeer dan bij uw fiscalist of bij de Belastingdienst.

Geschreven naar de stand van zaken op 16 oktober.

Wilt u ons persoonlijk spreken?

Hebt u ergens vragen over? Onze vermogenscoaches staan klaar om met u te sparren of u te begeleiden bij uw keuze.

Maak nu vrijblijvend een afspraak

Gerelateerd

3.145.59.99