Massaal bezwaar box 3 gegrond verklaard. Wat betekent dat voor u?
Op 4 februari 2022 heeft de Belastingdienst de bezwaren in de massaal bezwaarprocedures inzake de box 3-belasting over de jaren 2017 t/m 2020 gegrond verklaard. Maar hoe de Belastingdienst dit gaat afhandelen, is nog niet duidelijk. U leest hier wat we al weten over de ontwikkelingen.
De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 een belangrijke uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van de box 3-belasting. De box 3-heffing is in strijd met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. En in tegenstelling tot eerdere uitspraken moet de Belastingdienst gedupeerden die bezwaar hebben gemaakt nu wel compenseren. Hoe die compensatie eruit moet zien, heeft de Hoge Raad echter niet aangegeven.
Afhandeling massaal bezwaar
Op vrijdag 4 februari 2022 heeft de Belastingdienst de circa 200.000 bezwaren in de massaal bezwaarprocedures inzake de box 3-belasting over de jaren 2017 t/m 2020 gegrond verklaard. Hoe de Belastingdienst die bezwaren gaat afhandelen is nog niet duidelijk. De Belastingdienst heeft formeel zes maanden (tot 4 augustus) om de bezwaren af te handelen. De staatssecretaris geeft aan dat de deadline niet in alle gevallen gehaald gaat worden. Hij vindt zorgvuldige besluitvorming belangrijker. De hersteloperatie moet recht doen aan de uitspraak van de Hoge Raad, en uitvoerbaar zijn voor de Belastingdienst.
Werkelijk rendement
Een van de vraagstukken is wat precies onder “werkelijk rendement” verstaan moet worden. Volgens een advies van drie externe deskundigen mogen daar, naast rente, dividend en huur, ook gerealiseerde en ongerealiseerde vermogenswinsten in meegenomen worden. Voor belastingplichtigen die naast spaargeld dus ook nog andere beleggingen hebben, kan het zo zijn dat hun werkelijke rendement hoger ligt dan het forfaitaire rendement en dan komen zij niet in aanmerking voor teruggave. Probleem voor de Belastingdienst is echter dat zij niet over alle data beschikken om het werkelijke rendement geautomatiseerd vast te kunnen stellen. En circa 200.000 bezwaren individueel beoordelen is ook geen optie. De staatssecretaris zoekt dus naar een oplossing die wel geautomatiseerd afgehandeld kan worden.
Geen bezwaar gemaakt
Een ander vraagstuk is of belastingplichtigen die over de jaren 2017 t/m 2020 geen bezwaar hebben gemaakt, maar in vergelijkbare omstandigheden zitten, ook gecompenseerd moeten worden. Gezien het aantal belastingplichtigen (ruim 2,5 miljoen) met box 3-vermogen zou dat een veelvoud betekenen van de belastingplichtigen die wel bezwaar hebben ingediend. De staatssecretaris wil pas een uitspraak over doen als de budgettaire gevolgen inzichtelijk zijn gemaakt.
Aangiftes over 2021
Voor de aangiftes over het belastingjaar 2021, die vanaf 1 maart ingediend kunnen worden, zullen voorlopig geen definitieve aanslagen worden opgelegd als er sprake is van box 3-vermogen. Dat wordt pas gedaan als duidelijk is hoe het herstel vormgegeven wordt. Daar wordt vervolgens in de definitieve aanslag rekening mee gehouden. De belastingplichtigen waarvoor dit geldt, worden daarvan op de hoogte gesteld.
Ook voor voorlopige aanslagen inkomstenbelasting over het belastingjaar 2022 waar nog geen rekening is gehouden met de uitspraak van de Hoge Raad, geldt dat dit bij de definitieve aanslag over 2022 door de Belastingdienst gecorrigeerd zal worden in overeenstemming met de gekozen oplossing.
Noodwetgeving
Volgens het Coalitieakkoord 2021-2025 wordt pas in 2025 de box 3-heffing aangepast naar een heffing over werkelijk gerealiseerd rendement. Tot die tijd zal er via noodwetgeving een tijdelijke oplossing gezocht worden om de belastingheffing in box 3 in lijn te brengen met de Hoge Raad-uitspraak.
Richtingennotitie
De staatssecretaris onderzoekt nu de mogelijkheden. In april verwacht hij een richtingennotitie te presenteren om dan in mei bij de voorjaarsbesluitvorming knopen door te hakken.
Geschreven naar de stand van zaken op 7 februari 2022.