

Een lijfrente kan zowel worden afgesloten bij een verzekeraar als bij een bank of beleggingsinstelling. Bij een verzekeraar gaat het doorgaans om een lijfrenteverzekering. Bij een bank of beleggingsinstelling om een geblokkeerde lijfrenterekening. Beide zijn bedoeld als aanvulling op het pensioen. Toch bestaan er enkele belangrijke verschillen.
Een belangrijk verschil zit in de gevolgen bij overlijden. Een lijfrenteverzekering behoort namelijk niet tot de nalatenschap en vererft dus niet naar de erfgenamen. Bij een lijfrenteverzekering zijn de gevolgen van overlijden afhankelijk van wat precies is verzekerd. Dit staat vermeld op de lijfrentepolis. Het is mogelijk dat bij overlijden de lijfrente (deels) overgaat naar de partner of kinderen. Maar het is ook mogelijk dat het lijfrentekapitaal geheel vervalt aan de verzekeraar.
Een lijfrenterekening gaat bij overlijden wel tot de nalatenschap behoren. De erfgenamen hebben dus altijd recht op de lijfrenterekening. In een testament kunt u bepalen aan welke erfgenaam de lijfrenterekening toekomt. Zijn de lijfrente-uitkeringen nog niet ingegaan, dan moet de lijfrenterekening na overlijden direct ingaan. Zijn de lijfrente-uitkeringen al wel ingegaan, dan lopen de lijfrente-uitkeringen door bij de erfgenaam.
Een ander verschil zit in de uitkeringsmogelijkheden van een lijfrenteverzekering ten opzichte van een lijfrenterekening. Bij een lijfrenteverzekering is het mogelijk om levenslange lijfrente-uitkeringen te krijgen. Bij een lijfrenterekening kunt u niet kiezen voor levenslange lijfrente-uitkeringen, maar voor een uitkering gedurende een bepaalde periode. De minimale uitkeringsperiode is in principe 20 jaar, vermeerderd met het aantal jaren dat u jonger bent dan de AOW-leeftijd. Het is ook mogelijk om te kiezen voor een tijdelijke lijfrente van minimaal 5 jaar. Hierbij geldt als voorwaarde dat de lijfrente-uitkering niet eerder mag ingaan dan in het jaar van het bereiken van de AOW-leeftijd en dat de totale lijfrente-uitkeringen niet meer mogen bedrag dan € 26.463 per jaar (2024). De keuze voor de gewenste uitkeringsduur hoeft u overigens pas op ingangsdatum te maken.
Evi Pensioenbeleggen
Heeft u nog jaarruimte of reserveringsruimte? Dan kunt u dat bedrag, of een deel daarvan, inleggen in een lijfrente, zoals Evi Pensioenbeleggen. Hiermee bouwt u zelf een aanvullend pensioen op met belastingvoordeel.
Heeft u nog vragen? Onze specialisten staan voor u klaar. Wij geven geen (fiscaal) advies, neemt u hiervoor contact op met een (fiscaal) adviseur. Fiscale mogelijkheden en eventuele voordelen zijn afhankelijk van uw individuele omstandigheden en kunnen in de toekomst wijzigen.
Deze tekst is geschreven naar de stand van 20 juni 2024.
U weet het vast wel: een pensioenpotje voor later is belangrijk. En toch blijft het regelen op uw To-Do lijstje staan. Zet eindelijk die eerste stap en kom naar het ZZP-Café.
Meer wetenEén op de drie huwelijken eindigt in een echtscheiding. Dan moeten ook de financiële zaken worden afgewikkeld. Vaak maakt een lijfrente daar onderdeel van uit. Wie waar recht op heeft, hangt af van het huwelijksgoederenregime.
Op een aantal middagen in juli klonken er gezellige geluiden uit Evi's ZZP-Café's. Een evenement dat speciaal voor zzp’ers is opgezet. Zij kwamen bijeen om een eerste stap te zetten in het regelen van hun pensioen. En wat blijkt? Inhoudelijke pensioenkennis combineren met een laagdrempelige netwerkborrel werkt.
Zzp’ers konden in het verleden eenvoudig reserveren voor een oudedagsvoorziening in hun eigen onderneming. Tegenwoordig is het niet meer mogelijk om een fiscale oudedagsreserve (FOR) verder op te bouwen. Een al opgebouwde FOR blijft op de fiscale balans staan. Als u nog een FOR heeft op uw fiscale balans, kan het interessant zijn om deze te gebruiken voor een lijfrente.