Het pensioenakkoord: eerlijker en onzeker
Na bijna 10 jaar (!) ligt er een pensioenakkoord. Wat zijn de belangrijkste veranderingen en waar is nog onzekerheid over? Evi zet het voor je op een rijtje.
Waarom was er een akkoord nodig?
De arbeidsmarkt is veranderd: we werken niet meer ons hele leven voor dezelfde baas en gaan vaker als zelfstandige verder. Daarnaast worden we steeds ouder en vergrijst Nederland. Dit zorgt ervoor dat er relatief meer gepensioneerden zijn dan mensen die premie inleggen. Tel daar een jarenlange lage rente en een forse financiële crisis in 2008 bij op en de uitkomst is dat een waardevast pensioen onhaalbaar is geworden. Tijd voor verandering.
Wanneer gaat het nieuwe pensioenakkoord in?
Begin juni 2019 hebben werkgevers, de vakbonden en de overheid een principeakkoord gesloten. De verwachting is dat dit nieuwe pensioenakkoord gaat gelden vanaf 1 januari 2022 en voor de AOW per 1 januari 2020. Opgebouwde pensioenen moeten worden omgezet naar een nieuw pensioencontract. Het is onduidelijk hoelang deze overgangssituatie gaat duren omdat dit per pensioenfonds anders ingevuld kan gaan worden.
Wat zijn de grootste veranderingen?
Mee- en tegenvallers
De grootste verandering is dat je als deelnemer in een pensioenfonds straks te maken krijgt met meevallers en tegenvallers. Op dit moment zijn pensioenfondsen verplicht grote buffers achter de hand te hebben. Zo kunnen ze ook bij tegenvallende beleggingen uitkeringen garanderen. De verwachting is dat pensioenfondsen in het nieuwe stelsel minder grote buffers hoeven te hebben. Zo krijgen ze meer ruimte om de koopkracht van gepensioneerden op peil te houden (indexatie). In het nieuwe plan mogen fondsen hun uitkering aanpassen bij economische goede of juist slechtere tijden. Dat risico moet wel 'uitgesmeerd' worden over 10 jaar. Dat voorkomt dat je veel geluk of pech zou kunnen hebben met het jaar waarop je pensioen ingaat (denk aan een financiële crisis, zoals die in 2008).
AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd stijgt minder snel en wordt om te beginnen 2 jaar 'bevroren'. Tot en met 2024 stijgt de AOW-leeftijd gestaag tot 67 jaar. Personen die later dan in 2024 met pensioen mogen, weten nog niet zeker wanneer zij AOW krijgen. De AOW-leeftijd hangt dan af van de levensverwachting. Deze wet moet nog worden aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer.
De premie
Op dit moment betaalt iedereen die deelneemt aan een pensioenregeling dezelfde premie. Dit wordt doorsneesystematiek genoemd. Omdat de inleg van bijvoorbeeld een 24-jarige veel langer belegd kan worden dan de inleg van een 54-jarige, is dat eigenlijk niet eerlijk. Daarom is besloten de hoogte van je pensioenpremie nu, meer mee te laten te tellen bij het vaststellen van je pensioenuitkering later. Dat betekent voor jongeren dat ze meer pensioenopbouw gaan krijgen voor wat ze in het begin van hun loopbaan hebben ingelegd. Voor de mensen die nu tussen 40 en 55 jaar oud zijn pakt dit minder goed uit: zij hebben toen zij jong waren meebetaald voor de huidige gepensioneerden, maar de jongeren nu betalen niet meer voor hen.
Zzp'ers en flexwerkers
De kans is groot dat je in je carrière een of meerdere keren van baan bent gewisseld. Of je bent begonnen in loondienst en hebt besloten verder te gaan als zzp'er. Dan heb je jarenlang premie betaald voor een pensioen waar je later relatief (te) weinig van terugziet. In het pensioenakkoord is daarom afgesproken dat het wettelijk mogelijk moet worden dat zzp'ers zich -onder bepaalde voorwaarden- vrijwillig kunnen aansluiten bij een pensioenregeling. Een voorwaarde kan bijvoorbeeld een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn.
Geld opnemen uit pensioenpot
Volgens het nieuwe pensioenakkoord heb je straks de mogelijkheid om een deel van je pensioen (maximaal 10%) op te nemen op je pensioeningangsdatum. Dit kun je bijvoorbeeld gebruiken om je hypotheek af te lossen. Dit kan voordelig zijn want zo heb je minder woonlasten op je oude dag. Houd er wel rekening mee dat je maandelijkse pensioenuitkering hierdoor lager wordt.
Wat merk ik van de veranderingen?
Hoeveel impact dit pensioenakkoord heeft op je pensioen hangt af van welke generatie je bent. De voordelen voor de jongeren zijn duidelijk, hoewel zij met veel meer onzekerheid te maken krijgen dan de generaties voor hen. De huidige 65+ers en bijna-gepensioneerden zijn het beste af: voor hen verandert er weinig en ze kunnen eerder dan verwacht stoppen met werken. Hier staat wel tegenover dat zij al jaren geen indexatie hebben gekregen en soms zelfs gekort zijn. De generatie tussen 40 en 55 valt tussen wal en schip: zij hebben jarenlang relatief veel premie betaald, waar ze door het nieuwe stelsel weinig van terug gaan zien. Er komen wel overgangsregelingen en compensatiemaatregelen die vooral op deze groep gericht zijn.
Jong
Ga je ruim na 2040 met pensioen, dan kan je ervan uitgaan dat de AOW tegen die tijd een sociaal minimum is. Na 2040 staan er tegenover iedere gepensioneerde namelijk nog maar 2 werkenden, terwijl dat er nu nog 4 zijn. Het werkgeverspensioen is dan volledig afhankelijk van levensverwachting en rendement.
Middelbaar
Ben je nu tussen de 40 en 55 jaar oud, dan krijg je te maken met veel onzekerheid over je pensioen. We weten niet hoeveel de pensioenleeftijd nog gaat schuiven, omdat we niet weten of de levensverwachting blijft stijgen. De jaren waarin je nog een aanvullend pensioen op kunt bouwen zijn beperkt. In het pensioenakkoord is daarom afgesproken dat deze groep gecompenseerd wordt: hun pensioenresultaat mag er niet op achteruit gaan. Waarschijnlijk zal het gaan om fiscale maatregelen in combinatie met 'subsidie' vanuit de pensioenfondsen zelf.
Oudere
Word je 65 jaar na 2020, dan gaat de AOW en aanvullend pensioen in vanaf 66 jaar. De hoogte van het pensioen is onzeker en afhankelijk van rendement en levensverwachting. Ben je voor 1955 geboren, dan word je niet erg geraakt door de nieuwe plannen.
Tijd voor een eigen 'potje'
Onzekerheid lijkt de grootste zekerheid van dit pensioenakkoord. Het is dus verstandig om een eigen potje op te bouwen. Voor jongeren, maar zeker ook voor de groep 40-55-jarigen. Dat kan door te sparen of door te beleggen. Je kunt ook minder uitgeven als je met pensioen bent, bijvoorbeeld door voor die tijd je huis (deels) af te lossen of te verhuizen naar een goedkopere woning. Veel mensen kiezen waarschijnlijk voor een mix van deze drie: sparen, beleggen en kosten verlagen.
Wat als ik eerder wil stoppen met werken?
Ga er eens, samen met je partner of alleen, voor zitten en bedenk hoe jouw 'later' eruit zou moeten zien. Wat betekent het pensioenakkoord voor jouw persoonlijke situatie? Misschien wil je toch eerder stoppen met werken of denk je aan deeltijdpensioen. Wij vertellen je er graag meer over in Evi's Stappenplan Eerder Stoppen met Werken.